Dier in nood?

Do's & Dont's

wildlife = Stress

Bij wilde dieren die ziek of gewond zijn, speelt stress een zeer negatieve rol.

Daarom is regel nummer 1: stress verminderen

Onderstaande tips helpen je hierbij:

* Zet een gewond wild dier steeds in een donkere doos, een wasmand of vogelkooi met een handdoek erover. Zorg wel voor luchtgaatjes.
* Gebruik een doos/kist/mand die net groot genoeg is voor het dier. Op die manier kan het dier weinig bewegen en kwetst het zich niet tijdens het         transport.
* Vermijd lawaai, flitsende lichten, zaklampen in de ogen,...
* NOOIT het dier knuffelen, strelen of overmatig vasthouden.

eten of drinken?

Een vraag die we geregeld te horen krijgen aan de telefoon is 'moeten we het dier eten of drinken geven'? Standaard mag je ervan uitgaan dat een ziek of gewond wild dier GEEN eten of drinken nodig heeft. Enkel rust en een zo spoedig mogelijke overbrenging naar een opvangcentrum zijn cruciaal. 

Dieren zelf binnenbrengen is de boodschap

 De Vlaamse opvangcentra voor wilde dieren doen allemaal hun uiterste best om zoveel mogelijk zieke en gewonde dieren te helpen. Dat wil zeggen dat ze onmogelijk in staat zijn om alle aangemelde dieren te komen ophalen bij uw thuis. Daarvoor hebben ze de middelen noch de mankracht. Omdat elk opvangcentrum moet roeien met de riemen die het heeft, is het vaak beter dat opgeleid personeel in het VOC blijft om de daar aanwezige dieren te verzorgen.

Vandaar dat u bij de meeste opvangcentra tijdens zeer ruime openingsuren terechtkan om een gewond dier binnen te brengen.

Het Natuurhulpcentrum uit Oudsbergen (Belgisch Limburg) is 7 dagen op 7 geopend tussen 9u-22u. U hoeft dus niet op voorhand te bellen vooraleer u een dier mag binnenbrengen. Gewoon langskomen is de boodschap.

Ons opvangcentrum is gelegen in de provincie LIMBURG. Hieronder kan u een overzicht van de andere Vlaamse opvangcentra vinden waarmee wij samenwerken:

zelf een dier vangen?

De meeste wilde dieren kan je met een beetje handigheid zelf vangen en transporteren.
Egels, konijnen, hazen, duiven, merels, mezen, spreeuwen,... zijn geen gevaarlijke dieren en kan je normaal zonder kleerscheuren zelf vervoeren.

Hieronder alvast enkele tips:

  • Benader het dier voorzichtig en zet er een emmer, doos of wasmand over.
  • Best is om niet recht naar het dier toe te lopen, maar het dier met een bocht te benaderen.
  • Dieren die nog mobiel zijn kan je eventueel in de hoek van een omheind terrein of terras jagen of binnen een kippenren gemakkelijker vangen.Gebruik eventueel een handdoek, deken of schepnet om het dier te vangen.
  • Een paar stevige werkhandschoenen kunnen bescherming bieden.
  • Bij reigers en futen let je op met de puntige bek, bij roofvogels zijn vooral de klauwen gevaarlijk.
  • Breng het vervolgens zo snel mogelijk naar een erkend opvangcentrum.

toch hulp nodig?

Het Natuurhulpcentrum heeft een straffe reputatie in het uitvoeren van interventies. Het gaat dan om dieren die zich in benarde situaties bevinden en waar de melders zelf niet de middelen of ervaring voor hebben. Zoals bijvoorbeeld over gevaarlijkere dieren, dieren op hoogte, op het water, in een put, in een klem of strop, vergiftigde dieren,... In dergelijke gevallen probeert het Natuurhulpcentrum steeds een interventieploeg langs te sturen.  

 VOOR DRINGENDE HULP REGIO LIMBURG (BE):
CONTACTEER NATUURHULPCENTRUM op TEL 089/854906

Specifieke situaties

Wil jij ook je steentje bijdragen?

Er zijn tal van manieren om ons centrum te steunen, zoals: zelf de handen uit de mouwen steken als vrijwilliger, oud papier, ijzer of kroonkurken voor ons verzamelen, dierenverzorger voor één dag worden, een rondleiding boeken, deelnemen aan onze activiteiten of gewoonweg lid worden..